Rituelen tussen leven en dood
De liefde tussen oma en kleinkind
In het eerste jaar van mijn theologiestudie kreeg ik dramalessen. Op een dag kregen we de opdracht om iets mee te brengen dat je dierbaar is. Ik bracht het kruisje mee dat ik kreeg van mijn moeder en dat zij weer van haar schoonmoeder, mijn oma, gekregen had. We moesten opschrijven waarom het zo dierbaar was. Ik schreef op dat het kruisje een dierbare herinnering was aan mijn oma bij wie ik vaak mocht logeren en dan gingen we naar het strand. Mijn oma kookte dan altijd extra lekker. Dat kruisje stond symbool voor de liefde tussen oma en kleinkind.
Doorgeven
We moesten de symbolen doorgeven aan degene die naast je zat. Ik gaf mijn kruisje door aan mijn buurman. Mijn buurman was een protestante student die een kruis als sieraad maar vreemd vond. Jezus is gestorven aan het kruis en zo gezien was het ten slotte een martelwerktuig. Vanuit zijn achtergrond begreep hij niet goed waarom je een dergelijk sieraad zou dragen.
Twee werelden
Eén en hetzelfde voorwerp riep twee totaal verschillende werelden op. En dat is precies waar het om gaat bij symbolen. Symbolen zijn hele gewone voorwerpen uit het dagelijkse leven die een bijzondere betekenis krijgen als zij verwijzen naar iets anders. Een symbool is meer dan alleen datgene dat je oppervlakkig waarneemt.
Uitvaarten
Bij uitvaarten spelen symbolen en rituelen een belangrijke rol. Het sluiten van de kist voordat de uitvaart begint kan worden tot een symboolhandeling. Nog één keer kijken we naar hoe moeder er bij ligt. Een kleinkind legt een tekening in de kist om aan oma mee te geven. Die mooie ring die oma altijd droeg wordt van de vinger af geschoven en aan het oudste kleinkind gegeven. We raken haar nog één keer aan en zeggen: “Dag mama, dag oma.” Met elkaar maken we de kist dicht, de kleinkinderen helpen met de schroeven. De bloemen worden op de kist gelegd. Zo wordt een handeling een symboolhandeling.
De kerk
Kort geleden heb ik, samen met mijn man de film Tonio gekeken in de bioscoop. Het is een verfilming van een boek geschreven door A.F.Th van der Heijden. De schrijver heeft het boek geschreven naar aanleiding van het sterven van zijn zoon na een noodlottig ongeluk op de fiets. Een jonge man, in de kracht van zijn leven, wordt weggerukt uit het leven. Zijn vader probeert te achterhalen hoe zijn laatste dagen waren en hij probeert zichzelf te troosten met veel te veel alcohol.
De film was indrukwekkend en stilletjes verlieten we de bioscoop. Op de fiets terug naar huis verzuchtte ik: wat fijn dat wij ons geloof hebben, want als je dat niet hebt lijkt het me veel moeilijker om dit te verwerken. Als gelovige ben je niet alleen.
Vroeger speelde de kerk vanzelfsprekend een rol rond het sterven van een dierbare. Er waren vaste rituelen die uitgevoerd werden door de pastoor of dominee. Het gaf houvast, het gaf troost, het was goed om het zo te doen. Hierbij moet ik denken aan de colleges liturgie die ik kreeg van Koenraad Ouwens. Hij zei dat het eerste doel van liturgie is om te troosten.
Gaandeweg echter heeft de kerk aan betekenis ingeboet. Minder mensen gaan naar de kerk, kerken sluiten, er zijn minder pastores en dominees en bij uitvaarten zien we steeds minder kerkelijke rituelen. Is er dan minder behoefte aan rituelen?
Op dit raakvlak werk ik als ritueel begeleider en pastor. Meestal word ik ingeschakeld door de uitvaartondernemer als mensen behoefte hebben aan “iets religieus” bij de uitvaart van hun dierbare. Vaak was iemand best gelovig maar niet heel erg kerkelijk.
Leven na de dood
Is er een leven na de dood? Er zijn wetenschappers bezig te bewijzen dat er een leven na de dood is, dat het bewust-zijn verder gaat als het lichaam niet meer leeft. Dat bewust-zijn zou je de ziel kunnen noemen. Maar om nou te zeggen dat er wetenschappelijk bewijs voor is, dat weet ik zo net niet. Maar die vraag vind ik eigenlijk niet zo belangrijk.
De vraag naar een leven na de dood komt eigenlijk altijd aan bod bij de voorbereiding van een uitvaart. Mensen hebben daar hele verschillende gedachten over. Sommige mensen denken dat met de dood het leven ophoudt en dat er verder niets is. Anderen denken dat er toch “iets” moet zijn. Wat dat “iets” is blijft wat vaag. Weer andere geloven dat we na onze dood zullen reïncarneren. Weer anderen zeggen dat de overledene naar het licht gaat. Christenen zullen zeggen dat de overledene mag delen in de verrijzenis en dat hij/zij bij God zal zijn na de dood. Sommige christenen geloven dat er een laatste oordeel plaatsvindt en je of naar de hemel, of naar de hel gaat. Sommige mensen zijn om die reden bang voor de dood, anderen niet.
Dit hele veld aan gedachten kom ik tegen in mijn werk als pastor/ritueel begeleider bij uitvaarten. Het is van groot belang om aan te sluiten bij de gedachten die mensen hebben over de dood. Bij het vormgeven van rituelen, symbolen en teksten houd ik altijd rekening met de visie op de dood die mensen hebben.
Absoute
Bij de kerkelijke uitvaart neemt de absoute een belangrijke plek in. Het is een ritueel aan het einde van de uitvaartmis. De laatste eer wordt gebracht, mensen gaan staan, de naam wordt met eerbied genoemd, er wordt gebeden dat dit niet het einde is, maar dat God een God van levenden is. Hierna wordt de kist besprenkeld met wijwater en bewierookt. Het is dit ritueel dat de meeste indruk maakt op mensen, gelovig of ongelovig.
Omdat dit ritueel zo veel impact heeft op mensen heb ik gezocht naar een equivalent dat bruikbaar is voor een uitvaart van iemand die niet gelovig is. Dat is er niet en dus ben ik zelf aan de slag gegaan.
Ik heb een tekst met een ritueel gemaakt dat aansluit bij een visie op de dood die afkomstig is uit “New age”. De gedachte is dat als iemand sterft de engelen hem/haar naar het licht brengen.
De wijwater en de wierook laat ik hierbij weg. Elementen die ik gebruikt heb uit het oorspronkelijke ritueel zijn: de laatste eer bewijzen, met eerbied de naam noemen en uitspreken dat de dood niet het einde is.
Bij het ritueel maken we met de familie een kring rond de overledene, de rest van de aanwezigen worden uitgenodigd om te gaan staan. Er worden twee (of meer) graflichten aangestoken die meegaan naar het graf. Hieronder vindt u de Rooms-katholieke absoutetekst en de tekst die ik zelf gemaakt heb naast elkaar.
Absoute (Rooms-Katholieke tekst)
Om de laatste eer te brengen aan Naam, om recht te doen aan zijn leven en sterven staan wij hier, rondom het dode lichaam dat ons van hem is overgebleven.
Wij houden onze ogen gericht op het kruis van Jezus Christus, en wij spreken uit, in tastend geloof, dat dit het einde niet is, dat onze God een God van levenden is.
Meer dan zijn lichaam is ons de naam van deze mens gebleven; Naam, die naam spreken wij hier uit, met eerbied en genegenheid, en wij bidden: Heer God, herinner u zijn naam, die hij van mensen heeft ontvangenen waarmee hij gekend wordt, ook al is hij gestorven, die naam die Gij geschreven hebt in de palm van Uw hand.
Ten teken van onze hoop dat God aan deze mens, en aan ons allen, een nieuw en onsterfelijk lichaam geven zal, en om te getuigen van ons geloof in de verrijzenis, zegen ik dit dode lichaam.
Wijwater en wierook
Laat ons nu gaan in vrede om Naam, die wij nu voor het laatst in ons midden hebben, weg te dragen naar zijn laatste rustplaats. Wij laten hem nu gaan en geven hem over aan Gods handen.
Afscheidsritueel
Om de laatste eer te brengen aan Naam, om recht te doen aan zijn leven en sterven staan wij hier rondom zijn lichaam.
Wij houden onze ogen gericht op het licht dat schijnt in het donker en wij hopen en vertrouwen dat Naam ergens voortleeft en naar het licht gaat.
Aansteken van twee graflichten
Meer dan dit lichaam is ons zijn naam bij ons gebleven. Die naam Naam spreken wij hier uit met eerbied en genegenheid. Deze naam heeft hij ontvangen van zijn ouders. Met deze naam hebben wij hem aangesproken als we hem iets wilden vragen of iets wilden zeggen. Deze naam, Naam, zullen we nog vaak uitspreken als we zijn aanwezigheid bijna tastbaar voelen, als we herinneringen ophalen aan de liefde en de vriendschap die hij ons gaf, als we hem missen.
Naam, ga maar naar het licht, we vertrouwen er op dat de engelen je mee zullen nemen.
Laten we nu gaan om Naam weg te dragen naar zijn laatste rustplaats.
Hoewel de verschillen significant zijn is er ook een gemeenschappelijke noemer. Al vanaf het begin van de kerk wordt Pasen gevierd met licht. Het licht is een heel sterk symbool dat staat voor de verrijzenis. Regelmatig steken mensen een kaarsje aan voor een dierbare overledene. Dat in deze tijd van ontkerkelijking het licht in verband gebracht wordt met de dood is dan ook niet voor niets. Eigenlijk is het een oud ritueel in een ander jasje.
Is er in onze tijd minder behoefte aan rituelen? Ik denk het niet. Juist bij de dood voelen mensen de behoefte om het mysterie op één of andere manier te duiden. Ik ben daar graag dienstbaar aan.
Dit artikel is gepubliceerd in “Ons contact”, het contactblad van de Stichting Oud-Katholieke vrouwen in beweging (Jaargang 68, nummer 4).